Gitaarakkoorden
Gitaar leren spelen is redelijk makkelijk vergeleken met andere instrumenten. Met maar drie akkoorden kunt u al duizenden nummers spelen. Het kan alleen echter moeilijk zijn om de eerste paar akkoorden aan te leren. Dit komt omdat uw vingers er niet aan gewend zijn om in deze bepaalde volgorde te staan, het moeilijk is om de vormen te onthouden en de topjes van uw vingers vaak nog niet genoeg eelt hebben waardoor het zeer kan doen. Het is daarom handig om een schema te hebben wat illustreert wat de akkoordvormen zijn. Dit artikel legt niet alleen toe hoe u het best akkoorden aanleert, maar voorziet u ook van illustraties van de akkoordvormen. Een uitleg over powerakkoorden kunt u hier vinden.
Uitleg van de illustraties
In de illustraties legt de onderste rij uit welke fretten het zijn en de nummers op de toets geven aan welke vinger op welke snaar en in welke fret hoort. Rondje 1 indiceert de wijsvinger, 2 de middelvinger, 3 de ringvinger en 4 de pink. De snaren worden aangegeven zoals u deze ziet als u naar beneden kijkt. De bovenste snaar is vanuit uw oogpunt ook de bovenste snaar, maar als u naar iemand anders kijkt die gitaar speelt is het de onderste snaar. Op de illustratie is de bovenste snaar dus de hoge E-snaar en de onderste de lage E-snaar. Een standaard gitaar is gestemd als E-A-D-G-B-E. Alternatieve stemmingen zijn mogelijk, maar dan veranderen de akkoordvormen ook.
Basisakkoorden
De basis majeur akkoorden zijn A, C, D, E en G. Dit betekent dat dit de majeur akkoorden zijn die niet barré zijn. Barré akkoorden zijn lastiger en zijn dus niet geschikt voor een beginnende gitarist. Barré akkoorden worden hieronder toegelicht. Vaak komen hier ook twee mineur akkoorden bij om het lijstje veelzijdiger te maken: de Em en de Am. Het is het handigst om met drie akkoorden uit deze lijst te beginnen en deze onder controle te krijgen voordat u verder gaat. Zo kunnen wij u bijvoorbeeld aanbevelen om met de Am, C en G te beginnen, of de Em, D en A. Het is het handigst om uw tijd te nemen met het leren van akkoorden. Focus dus nog niet te veel op uw strumpatroon maar focus op de vingerzetting. Zet uw vingers in de juiste volgorde van uw eerste akkoorden en strum vier keer naar beneden. Dit is een basis vierkwartsmaat en zorgt ervoor dat u op uw vingers kunt focussen. Na één maat gaat u naar het volgende akkoord en na een maat gaat u weer terug. Blijf heen en weer gaan totdat u automatisch kunt spelen. Pak hier dan het derde akkoord bij en herhaal de oefening. Bij een vierkwartsmaat bestaat het liedje vaak uit vier maten die herhaalt worden, het is dus aan te raden om de drie akkoorden over vier maten te verdelen, zoals bijvoorbeeld: Am | C | C | G. Herhaal dit totdat u er tevreden mee bent. Nu kunt u de rest van het lijstje op dezelfde manier leren. Forceer dit niet. Gitaarspelen hoort leuk te zijn en als u gefrustreerd wordt is het het beste om de gitaar weg te leggen en morgen weer verder te gaan. Meestal merkt u dan dat het ook beter gaat dan gisteren. Om de akkoorden een gewoonte te laten worden is het zeer aan te raden om elke dag even te oefenen. Oefening baart kunst!
Barré akkoorden
Barré akkoorden zijn wat lastiger. Zodoende is het aan te raden om eerst de basisakkoorden aan te leren (ook wel open akkoorden genoemd). Barré akkoorden bestaan namelijk uit een open akkoord wat verder op de hals wordt gespeeld waarbij uw wijsvinger als capo wordt gebruikt. Dit klinkt misschien verwarrend, maar het betekent simpelweg dat uw wijsvinger plat over de snaren ligt. Als gevolg worden alle snaren ingekort waardoor de stemming veranderd. Bepaalde akkoorden kunnen niet gespeeld worden zonder een barré akkoord of een capo te gebruiken. Uw overige vingers pakken dan het akkoordvorm. Dit is lastiger dan een open akkoord omdat het lastig kan zijn om zes snaren in te drukken met één vinger. Bij beginners ligt vaak het balans ook niet helemaal goed waardoor het het ook lastiger maakt. Bij het F-akkoord wordt de eerste fret afgelegd en wordt er een E-vorm gepakt met de andere vingers. Zoals u op de illustratie kunt zien, pakken de laatste drie vingers dezelfde vorm als het E-akkoord hierboven, alleen één fret verder. Zodoende veranderd het E-akkoord in een F-akkoord. Dit kan over de hele hals gedaan worden, zodoende wordt het F-akkoord een F#-akkoord door deze nog een vakje op te schuiven, en een vakje verder wordt het een G-akkoord, enzovoort. Ditzelfde is het geval met het B-akkoord. Het B-akkoord is een A-vorm waarbij het akkoord twee vakjes is opgeschoven. Nog een vakje verder wordt het een C-akkoord, enzovoort. Mineur wordt op dezelfde manier gedaan, een F-mineur is een E-mineur maar dan een vakje verder. Een B-mineur is een A-mineur maar dan twee vakjes verder. Bepaalde mineurakkoorden van open akkoorden zijn ook alleen via barré akkoorden verkrijgbaar. Het G-akkoord is een open akkoord, maar de G-mineur is een F-mineur maar dan twee vakjes verder. Het C-akkoord is een open akkoord maar de C-mineur kan alleen verkregen worden door een B-mineur één vakje verder te spelen. Dit lijkt voor een beginner misschien verwarrend, maar ook hier baart oefening kunst!
Houdt er rekening mee dat er nog veel meer akkoorden zijn (zoals septiem of verminderde akkoorden), maar met deze basis kunt u eigenlijk bijna alle liedjes spelen!
Als u nog vragen heeft kunt u altijd contact opnemen of langskomen in onze winkel!