Versterker kopen
Versterkers zijn onmisbaar voor elektrische gitaren en basgitaren. Er worden echter ook steeds meer akoestische instrumenten versterkt, zoals klassieke gitaren, westerngitaren, banjo’s en ukeleles. Een goede versterker kiezen is belangrijk, want het heeft namelijk veel invloed op het geluid van het instrument. Een versterker kan uw klank maken of zelfs verpesten. Het zou namelijk jammer zijn als uw geweldige instrument een minder geluid heeft vanwege een slechte versterker. Maar waar moet u op letten als u op zoek bent naar een versterker? Dit artikel zal de verschillende soorten versterkers toelichten. Het wordt opgedeeld in verschillende onderdelen. Het eerste onderdeel zal het verschil tussen buizenversterkers en transistorversterkers uitleggen. Het tweede onderdeel licht toe wat de verschillen zijn tussen een elektrische versterker, een akoestische versterker en een basversterker. Het derde onderdeel bespreekt waar u op moet letten als u een versterker voor een bepaald doel zoekt. Daarna zullen we het hebben over mogelijke accessoires en mogelijkheden met uw versterker.
Buizenversterkers vs. Transistorversterkers
Buizenversterkers
De buizenversterker is de originele versterker. Ze zijn nog steeds zeer populair, want ze worden door vele gitaristen gezien als superieur vanwege de authentieke klank die ze produceren. Dit komt deels doordat veel populaire platen met buizenversterkers zijn opgenomen, waardoor het een herkenbare klank is. Daarnaast is het geluid van een buizenversterker ook echt anders dan het geluid van een transistorversterker. De buizenversterker bestaat uit twee onderdelen: de voorversterker en de eindversterker. De voorversterker ontvangt de signalen van uw gitaar en wekt het geluid op. Deze signalen worden daarna doorgestuurd naar de eindversterker, waar de signalen worden omgezet naar signalen voor de speaker. In de voorversterker zitten de elektronenbuizen, deze zorgen voor dat typische buizenversterkergeluid. Dit was tot 1947 de enige vorm van versterking en werd vroeger ook in apparaten als televisies en radio’s gebruikt. Zulke apparaten worden tegenwoordig niet meer met buizen gemaakt, want er zitten namelijk ook nadelen aan. Buizenversterkers zijn over het algemeen duurder qua ontwikkeling en koopprijs dan transistorversterkers. Daarnaast is er meer onderhoud aan nodig, wat ook voor bijkomende kosten zorgt. Buizen werken een beetje als lampen; ze slijten en zijn onbetrouwbaar qua levensduur. Het is ook niet te voorspellen hoe lang buizen meegaan, soms moeten ze na twee jaar al vervangen worden, en soms pas na dertig jaar. Dit kan van een paar factoren afhangen, maar voornamelijk van hoe er met de versterker om wordt gegaan. Een versterker die onregelmatig gebruikt wordt, niet verplaatst wordt, niet in overdrive wordt gespeeld, goed opgeborgen wordt en netjes wordt opgewarmd en afgekoeld, gaat in principe langer mee dan een versterker waar onvoorzichtig mee om wordt gegaan. Maar dit is niet de regel, waardoor wij adviseren om de versterker te gebruiken zoals u dat fijn vindt. Bovendien zijn buizenversterkers over het algemeen groter en zwaarder dan transistorversterkers. Dit komt simpelweg door de buizen, transistors zijn in principe microchips en nemen dus niet veel ruimte in. Dit hoeft geen nadeel te zijn, sommige gitaristen zijn specifiek op zoek naar een grote versterker. Buizenversterkers hoeven echter ook niet enorm te zijn om een groot geluid te produceren. Een kleinere buizenversterker, dus een gemiddeld formaat qua versterkers, is vaak in staat om een krachtig en luid geluid te produceren. Zodoende zijn sommige krachtige transistorversterkers juist groter dan buizenversterkers. De Fender Hot Rod Deluxe IV is hier een voorbeeld van. De versterker is niet klein, maar is qua formaat ook niet vergelijkbaar met een stagetransistorversterker, maar zeker vergelijkbaar qua kracht en volume. Er is ook een mogelijkheid om een stack te maken. Dit betekent dat er een kleinere versterker, een head, op een grotere versterker, een cabinet, staat. De cabinet is een soort speaker die het geluid van de head versterkt. Zodoende kan de versterker groot en klein gebruikt worden. Bovendien is het geluid prachtig. De elektronenbuizen zorgen voor een natuurlijk en authentiek geluid, waarmee met de volume en gain ook een natuurlijke distortion opgewekt kan worden. Deze klanken zijn bijna niet na te maken, voornamelijk de distortion niet. Dit geweldige vintage geluid wordt bijvoorbeeld door de Fender Blues Junior geproduceerd, wat bekend staat om zijn authentieke blues en rock klanken. Zodoende kiezen nog veel gitaristen voor buizenversterkers. Buizenversterkers komen overigens niet met veel effecten of klankmogelijkheden, hiervoor zijn pedalen nodig. Dit betekent niet dat er geen effectopties zijn, de meeste versterkers hebben alleen de basisknoppen, zoals bijvoorbeeld treble en gain, maar sommige versterkers hebben ook reverb of extra kanaalmogelijkheden, zoals de Fender Bassbreaker 30R. Dit komt echter nog steeds niet in de buurt van sommige transistorversterkers die een complete effectenbord hebben ingebouwd. Buizenversterkers zijn dus geweldige versterkers met een ongeëvenaard geluid, maar komen ook met meer onderhoudsvoorschriften.
Transistorversterkers
Transistorversterkers zijn nieuwer en worden steeds populairder. Het geluid wordt opgewekt door transistors. Deze transistors zetten de elektrische signalen van de gitaar om in audiosignalen, die dan weer door worden gestuurd naar de speaker. Het systeem is dus in principe makkelijker, maar zorgt het ook voor een hoge kwaliteit klank? Dat is een omstreden discussie. Het is een feit dat het enorm lastig is om met een transistor de klankkwaliteiten van buizen na te bootsen. Buizen zijn namelijk dynamischer; het geluid verandert vanwege meerdere factoren: de omgeving, vochtigheid, volume, gain, output, leeftijd van de buizen en warmte. Omdat het geluid bij een transistorversterker elektrisch is, kan dit niet nagemaakt worden. Zodoende mist een transistor de dynamiek en de warmte van een buizenversterker. Dit kan echter ook een pluspunt zijn. Gitaristen die op zoek zijn naar een helder en betrouwbaar geluid vinden het soms juist fijn om een transistorversterker te gebruiken. Daarnaast hebben sommige transistorversterkers een heel scala aan ingebouwde effecten, zodat externe effecten niet noodzakelijk zijn. De Boss Katana 100/212 heeft bijvoorbeeld heel veel effectopties, inclusief modelling-functies. Daarentegen zijn er ook transistorversterkers met minimale effectopties, zoals de Marshall MG30GFX, wat alleen de basisfuncties heeft. Dit zijn er echter nog steeds meer dan een buizenversterker heeft. Bovendien hebben transistorversterkers weinig onderhoud nodig. Onderdelen hoeven over het algemeen niet vervangen te worden en de versterker hoeft niet opgewarmd of afgekoeld te worden. Transistors zijn ook in alle soorten en maten verkrijgbaar en wegen vaak een stuk minder zwaar. Zodoende bestaan er ook hele kleine versterkers, zoals de Marshall MG10 en de Fender Acoustasonic 15. Transistorversterkers zijn dus moderner; het geluid is niet authentiek, maar ook de omgang en het onderhoud is moderner. Het zijn makkelijkere en goedkopere versterkers met een minder dynamische en veelzijdige klank.
Modelling
Modelling versterkers zijn transistorversterkers, maar niet alle transistorversterkers zijn modelling versterkers. Een modelling versterker bootst beroemde versterkers na. Dit zijn vaak buizenversterkers uit de Rock 'n Roll geschiedenis. Een versterker kan al gezien worden als een modelling versterker als deze één versterker nabootst, maar de meeste modelling versterkers hebben meerdere modelling-opties. Dit komt vaak in de vorm van een draaiknop, waarmee tussen de verschillende versterkers gekozen kan worden. Het systeem is een transistor, maar het heeft een extra systeem. Modelling versterkers werken in principe als een computersysteem; de versterker heeft een programma waarmee het geluid van de versterkers opgewekt wordt. Er zit dus in principe een formule achter elke versterkermogelijkheid. Zodoende zijn modelling versterkers over het algemeen beter in het nabootsen van buizenversterkers dan standaard transistorversterkers. Ze zijn echter nog niet compleet geslaagd in het produceren van een buizengeluid. Dit komt nog steeds neer op de dynamiek die een buizenversterker heeft. Modelling versterkers worden wel steeds beter, dus het is een kwestie van tijd voordat dit ook niet te onderscheiden is. De Boss Nextone versterkers, waaronder de Nextone Stage, Nextone Artist en Nextone Special, worden gezien als zeer geslaagde modelling versterkers en worden zelfs door professionele muzikanten gebruikt. Het feit dat achter deze versterkermogelijkheden formules zitten betekent niet dat deze niet aan te passen zijn. Zoals de meeste transistorversterkers hebben modelling versterkers ook extra effecten, zoals reverb, delay, flanger, distortion, etc. Modelling versterkers zijn dus ook ideaal voor de veelzijdige gitarist, niet alleen omdat er meerdere versterkermogelijkheden op zitten naast de bijkomende effectmogelijkheden, maar ze zijn ook makkelijk qua onderhoud en vrij licht. Modelling versterkers hebben overigens ook alle voor- en nadelen van transistorversterkers, naast de extra klankmogelijkheden, waardoor het niet een volledig alternatief is voor een buizenversterker maar er wel vele verschillende soorten versterkers zijn. Modelling versterkers zijn dus voor verschillende doelen verkrijgbaar. De Marshall Code 25 is bijvoorbeeld relatief klein en simpel, terwijl de Fender Mustang GTX50 uitgebreider en krachtiger is.
Dit is een afweging die u zelf moet maken. Ziet u het onderhoud en mogelijke bijkomende kosten zitten? Of zoekt u liever een simpele en lichte versterker? Het is ook niet persé een keuze tussen klank en gemak; het ligt er aan waar u naar op zoek bent. Als u veel met distortion of overdrive speelt is een buizenversterker aan te raden, terwijl als u veel cleane jazz speelt een transistorversterker misschien wel mooier klinkt.
Het verschil tussen elektrische, akoestische en basversterkers
Elektrische Versterkers
Elektrische versterkers zijn specifiek gemaakt voor elektrische gitaren. Bij aanslag van de snaren worden de trillingen opgevangen door de elementen, waarna deze een signaal naar de versterker sturen. Een elektrische versterker vertaalt dus alleen deze signalen. Een deel van het geluid wordt dus bepaald door de elementen. Dit hangt dus af van het soort element, humbucker, single coil of P-90, maar ook van hoe deze gewonden zijn en wat voor magneten er worden gebruikt. Een elektrische versterker kan het natuurlijke geluid van deze elementen versterken, maar vaak wordt dit geluid ook aangevuld. Een buizenversterker vult het geluid namelijk altijd aan met het klankgeluid van de buizen, terwijl dit bij een transistorversterker afhangt van de instellingen. De Fender Bassbreaker 30R is een buizenversterker met een prachtig typerend warm en vintage geluid. Bij transistorversterkers worden echter vaak ook bepaalde klankaanpassingen door de versterker gedaan. De Fender Champion 40 is bijvoorbeeld een goed voorbeeld hiervan, deze versterker heeft zelfs meerdere modelling-opties, of de Boss Nextone Special, waarvan elk aspect van de klank individueel aanpasbaar is. Elektrische versterkers zijn dus precies zo ontwikkeld om vervorming en effecten toe te passen, en niet alleen om het klankgeluid van de gitaar te versterken. Dit is ook mogelijk met een elektrische gitaar. Elementen op elektrische gitaren zijn gemaakt om veel te kunnen weerstaan en zullen dus minder last hebben van feedback of interferentie. Er zijn vele soorten elektrische versterkers, afhankelijk van waar u deze voor wilt gebruiken. Bij een elektrische gitaar is een versterker namelijk altijd noodzakelijk, waardoor niet alle elektrische versterkers gemaakt zijn voor optreden, opnemen of samenspel. Verschillende doelen hebben namelijk verschillende benodigdheden. Bij aanschaf van een elektrische versterker moet u dus rekening houden met uw keuze tussen transistor en buizen, uw speeldoel en naar welk geluid u op zoek bent.
Akoestische versterkers
Akoestische versterkers zijn precies zo gemaakt dat ze het geluid van de gitaar zo authentiek mogelijk nabootsen. Zodoende zijn deze versterkers in principe geschikt voor allerlei soorten akoestische snaarinstrumenten, inclusief ukeleles en banjo’s. Echter worden ze ontwikkeld voor semi-akoestische gitaren. Akoestische versterkers werken dus anders dan elektrische versterkers. Een elektrische versterker focust eigenlijk alleen op de elementen van de gitaar, terwijl een akoestische versterker ook de resonantie meerekent. Dit betekent dat de versterker extra ruimte en warmte aan het geluid toevoegt, zodat niet alleen de trillingen van de snaren door de elementen worden versterkt, maar ook door de klankkast. De Cort AF60 staat hier goed om bekend en heeft zelfs een equalizer-functie. Als u een akoestische gitaar op een elektrische versterker aansluit wordt het belang van deze extra resonantie wel duidelijk. De elektrische versterker zal alleen op het element focussen waardoor het geluid vaak erg dun en tinnig wordt. Dit komt deels ook door het element in de gitaar, akoestische gitaren gebruiken vaak piezo elementen, wat niet ideaal is voor vervorming en zorgt vaak voor feedback. Een akoestische versterker compenseert hier dus voor en voegt die resonantie toe. Hier is geen specifieke technologie voor, dus de versterker moet zelf voorspellen hoe het hoort te klinken. Zodoende kan niet gegarandeerd worden dat het geluid honderd procent authentiek versterkt wordt, maar op vele versterkers is dit wel aanpasbaar waardoor het vaak wel mogelijk is om in de buurt te komen van het authentieke geluid. De AER Alpha is hier fantastisch voor. Deze versterker focust specifiek op het zo authentiek mogelijk versterken van een akoestische klank. De versterker heeft zelfs de mogelijkheid om de klankkleur in te stellen. Het feit dat akoestische versterkers de akoestische klank en resonantie benadrukken betekent ook dat de meeste akoestische versterkers transistors zijn, want een buizenversterker kan niet extra focussen op de resonantie. Daarnaast zijn deze versterkers ontwikkeld om feedback te voorkomen. Piezo elementen hebben hier sowieso al de neiging toe, maar de resonantie van een holle klankkast kan het versterkte geluid weer extra resoneren wat voor nog meer feedback zorgt. Sommige akoestische versterkers hebben hier zelfs knoppen of instellingen voor, zoals de Roland AC-33, waardoor feedback geen probleem meer is. De speaker van een akoestische versterker is ook anders dan de speaker van een elektrische versterker. Een akoestische versterker heeft namelijk ook een tweeter, waardoor deze hogere frequenties produceert. Een akoestische versterker zorgt er dus voor dat het geluid zo natuurlijk en authentiek mogelijk klinkt. Een akoestische versterker is niet noodzakelijk, want een akoestische gitaar maakt natuurlijk zonder versterker ook al geluid. Zodoende worden de meeste akoestische versterkers gebruikt door artiesten en bands die vaak gebruik maken van een akoestische gitaar. Daarom hebben veel akoestische versterkers ook een XLR-input voor een microfoon, zoals de Boss Acoustic Singer Live, wat zelfs een compleet afzonderlijk kanaal heeft voor vocalen. Gitaristen die af en toe de akoestische gitaar gebruiken, gebruiken hier dan toch een elektrische versterker voor. Hoewel dit niet ultiem is voor het klankgeluid, is dit wel makkelijk qua vervoer en kan feedback met een klankgatcover of een externe preamp gedeeltelijk voorkomen worden. Voor opname zijn ze wel erg fijn. Vanwege het feit dat akoestische versterkers de resonantie en authenticiteit benadrukken, is het erg handig om deze tussen de gitaar en de interface, PA-systeem of opnameprogramma te koppelen. Als de akoestische gitaar direct op deze systemen wordt aangesloten, kan hetzelfde probleem als met een elektrische versterker ontstaan. Als de opname wordt gedaan met een externe microfoon is dit natuurlijk onnodig. De Yamaha THR5A is hier ideaal voor omdat deze erg compact is, veel effectfuncties heeft en een USB-aansluiting heeft waardoor deze rechtstreeks op een computer aangesloten kan worden. Op deze manier wordt opnemen erg makkelijk. Versterkers zijn ook erg handig voor de gitarist die graag met een liedje meespeelt. Hier is bijvoorbeeld de Fender Acoustic 100 een goede keuze voor, omdat deze een kanaal heeft voor een microfoon en een Bluetooth-functie waardoor het erg simpel is om een apparaat er op aan te sluiten. Akoestische versterkers zijn dus aan te raden aan akoestische gitaristen die graag met andere instrumenten samenspelen, optreden of opnemen.
Basversterkers
Een basgitaar heeft ook weer een aparte versterker nodig. Dit komt deels doordat het in principe ook een ander instrument is wat een ander geluid produceert en andere behoeften heeft. Het grootste verschil zit in de kracht van de versterker en het formaat van de speaker. Een basversterker heeft een hoger wattage en een lagere frequentie. Hierdoor raden we het ook af om een basgitaar door een gitaarversterker te spelen, omdat de versterker de kracht van een basgitaar vaak niet aan kan waardoor de versterker zelfs kapot kan gaan. Daarnaast kan een gitaarversterker de lage tonen en frequenties van een basgitaar niet goed articuleren, omdat gitaarversterkers focussen op de middentonen. Basversterkers benadrukken dus juist de lage tonen en focussen minder op de midden- en hoge tonen. Het is dus in principe wel mogelijk om een gitaar op een basversterker aan te sluiten. Dit zorgt voor een erg bas-achtig geluid, maar het zal niet voor technische problemen zorgen. Basversterkers zijn dus met significant hogere wattages verkrijgbaar, zoals de Ampeg RocketBass 210, wat een geweldige stageversterker is. De speaker van een basversterker moet ook groter zijn, omdat het lagere frequenties moet articuleren. Zodoende zijn basversterkers vaak ook groter dan gitaarversterkers. Dit betekent niet dat alle basversterkers enorm luid, groot en krachtig zijn. Er zijn ook kleinere en goedkopere basversterkers, zoals de P20 van Ibanez of de Ashdown Studio 8, voor de bassisten die graag met een laag volume of met een hoofdtelefoon spelen waardoor een krachtige versterker onnodig is. Basversterkers hebben ook minder vervorm- en effectopties dan gitaarversterkers. Versterkers hebben vaak alleen de opties voor het aanpassen van de frequentie, de volume, de master, treble en bass. Ze hebben dus over het algemeen geen distortion, gain, reverb, etc. Dit betekent niet dat deze versterkers niet bestaan, de Fender Rumble 100 heeft bijvoorbeeld wel de mogelijkheid tot overdrive en een gainknop. Het is voor basversterkers ook mogelijk om externe effecten, zoals pedalen, toe te voegen. Basversterkers zijn ook beide als buizenversterkers en transistorversterkers verkrijgbaar. Omdat bij basgitaren een versterker ook noodzakelijk is zijn er dus vele verschillen tussen soorten versterkers. Bij aanschaf van een basversterker hangt de keuze dus ook af van waar u naar op zoek bent, zoals bijvoorbeeld samenspelen, opnemen, optreden of alleen thuis oefenen.
Het is dus belangrijk om een passende versterker aan te schaffen. Hoewel bepaalde configuraties in principe geen schade kunnen veroorzaken, zoals een elektrische gitaar op een basversterker of een akoestische gitaar op een elektrische versterker, zijn deze versterkers niet specifiek voor deze instrumenten ontwikkeld. Zodoende komt het geluid van uw instrument pas echt tot zijn recht met een passende versterker. De verschillen tussen de versterkers zitten voornamelijk in de frequenties en de wattages. Het grootste verschil tussen akoestische en elektrische versterkers komt neer op de rol van de versterker. Bij een elektrische set is de versterker een actief onderdeel van het geluid en de performance, terwijl bij een akoestische set de versterker alleen bedoeld is om het volume van de gitaar te verhogen. Een akoestische versterker heeft ook een hogere frequentie dan een elektrische versterker, terwijl een basversterker juist een significant lagere frequentie heeft. Bovendien hebben basversterkers hogere wattages en grotere speakers.
Het doel van uw versterker
Het doel van uw versterker is ook belangrijk. Waar bent u namelijk naar op zoek? Er zijn over het algemeen vier verschillende doelen: thuis oefenen, optreden, samenspelen en opnemen. Natuurlijk kunt u ook meerdere doelen tegelijk hebben. Elke optie heeft andere prioriteiten als het op versterkers aankomt en zijn er verschillende dingen waar u op moet letten bij het uitzoeken van een versterker.
Thuis spelen
Als u alleen thuis wilt spelen is het bijvoorbeeld niet nodig om een versterker met een hoge wattage en grote speaker aan te schaffen, terwijl een breed scala aan effectopties misschien wel leuk kan zijn. Beide transistorversterkers en buizenversterkers zijn hier geschikt voor. Transistorversterkers omdat ze meestal effectopties hebben en ook heel zacht of met een hoofdtelefoon gebruikt kunnen worden, zoals de Fender Champion 20 of de nóg kleinere en simpelere Marshall MG15GR. Buizenversterkers zijn ook een goede optie omdat ze niet vaak verplaatst moeten worden en een prachtig geluid produceren. Omdat u thuis geen hoog wattage nodig heeft zijn kleine en goedkopere versterkers ook een goede optie. Natuurlijk is een grote en krachtige versterker ook een mogelijkheid, maar is het niet noodzakelijk om een verstaanbaar geluid te produceren. Vaak spelen muzikanten dan alleen of met een achtergrondtrack, waardoor volume geen probleem vormt. Een leuke mogelijkheid is bijvoorbeeld een versterker met een smartphone verbinding, bijvoorbeeld via AUX, USB of Bluetooth, waardoor u makkelijk met een liedje mee kunt spelen. Dit kan bijvoorbeeld met de Marshall Code 25 of de Fender Rumble 25 basversterker.
Optreden
Er zijn geen standaardvoorwaarden waar een versterker aan moet voldoen om geschikt te zijn voor optredens. Dit hangt namelijk af van het soort optreden en de audiomogelijkheden. Vele podia hebben namelijk een PA-systeem. Deze systemen zijn erg fijn, want of ze versterken uw versterker via een microfoon of u kunt u instrument direct op het systeem aansluiten. Zodoende hangt het volume en de kracht van het geluid niet af van de versterker. In deze situatie is de wattage en grootte niet erg belangrijk, al is het niet aan te raden om een hele kleine versterker hiervoor te gebruiken. U kunt dan bijvoorbeeld wel letten op klankgeluid en effectmogelijkheden. Vele muzikanten prefereren bijvoorbeeld effectpedalen over versterkereffecten. Dit is niet omdat de ingebouwde effecten inferieur zijn, maar omdat deze moeilijk te bedienen zijn tijdens het spelen. Pedalen kunnen gebruikt worden tijdens het spelen omdat hier alleen een voet aan te pas komt. Hier is ook een compromis voor: de voetschakelaar. De meeste versterkers hebben een voetschakelaaraansluiting, waarmee u een effect, kanaal of instelling van uw versterker kan veranderen met een pedaal. In deze situatie is de Ampeg RocketBass 115 een goede keuze. Deze basversterker heeft een XLR-aansluiting voor een PA-systeem en een voetschakelaaraansluiting. De versterker is echter nog steeds erg krachtig waardoor deze ook geschikt is voor optredens zonder PA-systeem of samenspelen. Voor optredens zonder PA-systeem komen er echter meer voorwaarden aan te pas. Afhankelijk van de zaal en het formaat van het publiek, is de wattage en speakergrootte erg belangrijk. Het geluid moet namelijk ook goed hoorbaar zijn achter in de zaal. In deze situatie vallen voornamelijk gitaren snel weg. Basgitaren en drumstellen zijn namelijk van nature al krachtig waardoor deze goed te versterken zijn. Voor gitaristen in deze situatie raden wij dus aan om een grote versterker met een hoog wattage aan te schaffen. Dit kunnen beide buizenversterkers en transistorversterkers zijn, al hebben buizenversterkers logistieke nadelen. Buizenversterkers zijn zwaarder en breekbaarder, waardoor ze misschien niet ideaal zijn voor optredens, al valt over de klank niet te twisten. Zodoende is bijvoorbeeld de Boss Katana Artist MkII een goede keuze. De speaker is erg krachtig, veelzijdig en nog redelijk compact en licht. Voor muzikanten die graag busken is het bijvoorbeeld ook handig om een versterker te kiezen met meerdere aansluitingen, bijvoorbeeld meerdere jack-inputs of een XLR-input voor een microfoon, of een versterker die op batterijen werkt, zodat een stopcontact niet noodzakelijk is. Hiervoor is een versterker als de Boss Cube Street II erg handig. Deze versterker werkt op batterijen, heeft minder aansluitingen en staat al schuin voor een betere projectie.
Samenspelen
Afhankelijk van de grootte van de groep, is wattage hier iets minder belangrijk dan bij optreden. Bij samenspel is het namelijk alleen belangrijk dat iedere muzikant het kan horen, in plaats van een hele zaal met mensen. Echter wordt hier nog minstens een gemiddeld wattage voor aangeraden, omdat bepaalde instrumenten erg moeilijk te overstemmen zijn, zoals basgitaren, blaasinstrumenten en drumstellen. De andere opties zijn afhankelijk van context. Als de locatie van het samenspelen niet voor lastige vervoerbaarheid zorgt, is een buizenversterker een geweldige keuze. Deze zijn vaak krachtig en luid zonder veel ruimte in te nemen, zoals de Fender Blues Junior. Transistorversterkers zijn echter ook een goede keuze. De vervoerbaarheid is hiervan makkelijker en, afhankelijk van de wattage en speakergrootte, kunnen ook vrij luid zijn. De Boss Katana 50 MkII is hier bijvoorbeeld uitstekend voor en heeft ook meerdere modelling opties. Bovendien is het wisselen van effecten misschien minder belangrijk, waardoor de ingebouwde effecten van een transistorversterker voldoende kunnen zijn. Daarentegen is het ook in deze situatie misschien een goed idee om een versterker met meerdere aansluitingen te gebruiken, zodat meerdere instrumenten met dezelfde versterker versterkt kunnen worden. Dit is allemaal echter afhankelijk van context en kunt u zelf beslissen wat u belangrijk vindt.
Opnemen
Het opnemen van uw instrument kan ook verschillende behoeften met zich meebrengen. Het hangt namelijk af van uw externe opnamemogelijkheden. Als u bijvoorbeeld gaat opnemen in een studio is er vaak al een PA-systeem aanwezig waar u direct uw versterker op kunt aansluiten, hoewel de meeste studio’s ook de mogelijkheid hebben om een externe versterker op te nemen met een microfoon. In deze situatie maakt het in principe niet uit welke versterker u gebruikt. Hier is wattage en grootte niet belangrijk omdat het alleen opgenomen hoeft te worden. Daarnaast hangen effectmogelijkheden en vervoerbaarheid van u af. Als u geen toegang heeft tot een studio en afhankelijk bent van uzelf zijn er ook nog verschillende mogelijkheden. De meeste individuele muzikanten nemen hun muziek op met een computerprogramma. Als u een interface hebt is het systeem in principe hetzelfde. U heeft dan namelijk, afhankelijk van de aansluitmogelijkheden van uw interface, de mogelijkheid om uw instrument direct op de interface aan te sluiten, maar ook via uw versterker of via een microfoon. Een interface heeft over het algemeen een XLR- en jackaansluiting, waardoor de meeste instrumenten en microfoons hierop aangesloten kunnen worden. Als u uw versterker direct op de interface aan wilt sluiten moet u er wel op letten dat de versterker een output heeft. Een andere optie is om een versterker uit te zoeken die direct op een computer aangesloten kan worden. Dit wordt dan vaak via een USB-aansluiting gedaan. Zodoende wordt uw gitaarspel via de versterker direct opgenomen op uw computer. Dit kan bijvoorbeeld met de THR30II van Yamaha, wat ook een handige draadloze desktop versterker is, ideaal voor opnemen en oefenen. Als uw versterker geen USB-aansluiting heeft maar u wel een USB-microfoon hebt kunt u deze natuurlijk ook voor de versterker zetten om deze direct op te nemen. Opnemen is dus compleet afhankelijk van over welke technologie u al beschikt. In geen van deze situaties zijn wattage en grootte dus belangrijk, omdat bereik bij opnemen niet uitmaakt. Alleen de klankmogelijkheden en aansluitmogelijkheden zijn hier dus belangrijk.
Als u meerdere van deze doelen wilt behalen met uw versterker moet u een afweging maken. Als u bijvoorbeeld een prachtig authentiek geluid wilt om mee op te nemen is een buizenversterker een goed idee, maar als u ook wilt optreden moet u kiezen tussen dit geluid en makkelijkere vervoerbaarheid. Of als u een versterker zoekt om thuis te kunnen oefenen is een kleine versterker handig, maar als u hier ook mee wilt samenspelen is het beter om een in een versterker met een gemiddeld tot hoog wattage te investeren. Het is dan handig om de voor- en nadelen af te wegen en een goed compromis te sluiten.
Versterkeraccessoires
Er zijn redelijk wat accessoires voor versterkers. Hieronder vallen noodzakelijke producten, zoals kabels en het instrument zelf, maar ook andere mogelijke items, zoals statieven en hoezen. Ten eerste is een kabel belangrijk. Instrumenten kunnen op versterkers worden aangesloten via een jackkabel. Deze kabels zijn vaak redelijk goedkoop en simpel. Ze zijn haaks of recht verkrijgbaar en de werking ervan spreekt voor zich. Andere kabels zijn ook mogelijk. Zoals een oplaadkabel, hoewel de meeste versterkers hiermee geleverd worden, maar ook USB-kabels of XLR-kabels, afhankelijk van de aansluitmogelijkheden. Het is echter ook mogelijk om een draadloos systeem hier op aan te sluiten. De zender moet dan in de gitaar en de ontvanger in de versterker. Patchkabels zijn ook erg handig voor iemand die meerdere pedalen heeft. Dit zijn hele kleine haakse kabeltjes die tussen pedalen gezet kunnen worden.
Een andere handige accessoire is een versterkerhoes. Deze is niet noodzakelijk, maar als de versterker regelmatig vervoerd wordt, in een stoffige omgeving staat of als er huisdieren in de buurt komen is een versterkerhoes aan te raden. Deze zijn vaak van een soort polyester gemaakt waardoor er geen viezigheid en stof doorheen kan komen en ze spatwaterdicht zijn. Het voorkomt dat de versterker waterschade oploopt of dat de kabel niet goed kan aansluiten in verband met viezigheid of stof. Versterkers worden eigenlijk nooit met een hoes geleverd en zijn dus apart verkrijgbaar. Let hier dan wel op dat de hoes over uw versterker past.
Daarnaast zijn versterkerstatieven ook erg populair. Een statief zorgt ervoor dat uw versterker schuin staat. Tijdens het spelen wordt het versterkte geluid dan niet horizontaal afgespeeld, dus langs benen, maar schuin omhoog, richting de oren van uzelf en anderen. Zodoende is uw geluid beter en duidelijker hoorbaar. Bovendien is de kans op schade ook iets kleiner als uw versterker in een statief staat.
Voetschakelaars zijn ook erg handig. Deze schakelaars zijn pedalen die direct op uw versterker aan te sluiten zijn. Hiermee is het dan mogelijk om tussen instellingen of kanalen te schakelen zonder deze zelf op uw versterker aan te passen. Dit is erg handig tijdens optredens omdat u dan snel van klank kunt veranderen met een druk van uw voet. Dit kan met een enkele voetschakelaar, maar ook met een bord aan voetschakelaars waaronder u meerdere samenstellingen en kanalen kan instellen, zoals met de GA-FC van Boss.
Effectpedalen zijn hier ook een goede optie voor. Hiermee is het zelfs mogelijk om hele specifieke instellingen te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld uw favoriete klanken selecteren, door bijvoorbeeld de DS-2 Distortion te combineren met de MXR M102 Compressor en de Reflecting Pool Delay en Reverb. Alle klanken zijn dan individueel aanpasbaar en uit te zoeken. Het verbreedt uw klankmogelijkheden enorm en met behulp van een pedalboard zijn deze makkelijk op te bergen en te vervoeren.
Hoe verder?
Dit zijn in principe al de factoren waar u rekening mee moet houden. Het is dus nu aan u om de afweging te maken tussen uw speeldoel, het soort versterker dat u graag wilt en uw budget en ruimte. Als u bijvoorbeeld een versterker wilt voor optreden en thuis oefenen, is het aan te raden om een krachtige versterker aan te schaffen. Deze zijn echter over het algemeen best groot waardoor deze thuis ook veel ruimte zal innemen. Een andere afweging is bijvoorbeeld als u graag een buizenversterker wilt maar deze ook veel gaat vervoeren. Als u meerdere speeldoelen heeft kunnen deze elkaar tegenspreken, of een speeldoel kan uw wensen en mogelijkheden tegenspreken. In deze situaties zijn er altijd versterkers die een goed compromis vormen tussen tegengestelde voorkeuren. Zo zijn er bijvoorbeeld krachtige versterkers in kleinere formaten verkrijgbaar, grote versterkers met een USB-aansluiting, een lichte modelling versterker in plaats van een zware buizenversterker, accepteren dat sjouwen en onderhoud onvermijdelijk zijn met buizenversterkers, kleinere versterkers met meerdere inputs, en nog veel meer. Dit is een afweging die u moet maken. Voor meer informatie of hulp kunt u contact opnemen of langskomen in de winkel. Wij zullen u enthousiast verder helpen!